Pax Creatio
- Gerben Mateman
- 23 feb
- 5 minuten om te lezen
Waar begin je in de Bijbel? De Bijbel is een grote bibliotheek met allerlei soorten boeken. Welk boek helpt om het verhaal van mijn vorige blog toe te kunnen passen?
Het antwoord is vrij eenvoudig. Bij het begin. Het begin van de Bijbel is het begin van een verhaal. Een verhaal wat gaat over God, en al heel snel over mensen. In het Bijbelboek Genesis komt het verhaal van de schepping de creatio ter sprake. Hier zijn wij God in alle zorgvuldigheid bezig om een wereld te scheppen die precies is zoals het in de ogen van God goed is. Toch is dat niet zo eenvoudig, Er staan namelijk twee scheppingsverhalen in de Bijbel. Beide verhalen lijken iets anders te vertellen. Zo is het begin van de Bijbel niet heel erg makkelijk en lijkt het best wel vreemd.
In deze blog wil ik mij niet bezig gaan houden met dit verschil maar de nadruk leggen op Genesis 2. En dan vooral het verhaal van de schepping van de mens, wat in eerste instantie in eenvoud was maar als snel meervoudig werd. De mens was namelijk in het begin alleen, er was er nog maar 1 van. Adam is zijn naam. En de naam Adam, die in de Nederlandse vertaling wordt vertaald met ‘de mens’ is al een wonder op zich. In Genesis 2:7 wordt als eerste de mens genoemd. Het Hebreeuwse woord voor de mens ‘ha-adam’ heeft dezelfde stam als het woord voor ‘grond’ wat in vers 6 wordt gebruikt. Bijzonder is dan om te zien dat in vers 7 de mens dus gemaakt wordt uit het stof van de grond. Dat is: ‘Ha-adam’ wordt gemaakt uit ‘Ha-adama’. De mens is dus echt geschapen uit de grond, we zijn gevormd uit de grond van de aarde. God is hier concreet aan het werk om van wat grond een mens in elkaar te zetten en deze een levensadem in te blazen. De mens is dus van beide, zowel van de grond gemaakt als een levensadem van God. Dat geeft de mens een bijzondere positie.
Dan volgt er een gedeelte waarin de Hof van Eden wordt geplant en gelokaliseerd. Daar zullen wij later bij stil staan. De mens krijgt hier in een paar opdrachten in wat wel en niet mag.
“God realiseert het ook dat de Schepping niet compleet is en dat er iets toegevoegd moet worden.”
Hier wordt voor het eerst ook genoemd dat er iets niet goed is. Best opvallend, voorheen noemde God alles ‘tof’ maar in vers 18 wordt er iets ‘niet goed’ genoemd. Het is niet goed dat de mens alleen is. God zal een geschikte helper maken. Het is dus niet compleet. De mens kan niet zoveel alleen, het heeft meer nodig. Vers 18 wordt over het algemeen vaak uitgelegd alsof God al van te voren wist dat Adam een vrouw nodig had. Echter maakt dat vers 19 raar. God beloofd in vers 18 een helper voor Adam te maken en in vers 19 wordt er over gesproken dat God de beesten en de dieren maakt van de grond. Dus ook weer van dezelfde grond als waar de mens van gemaakt is. Dat kan maar 1 ding betekenen: God is aan het zoeken naar een geschikte helper voor de mens onder de dieren.
God brengt deze dieren bij Adam, de mens, om te kijken hoe hij ze noemen zou. Dit maakt ongelofelijk uit. Een naam in het Oude Oosten stond voor wie je was. Als Adam een van deze dieren een vergelijkbare naam zou geven als zichzelf, mens, zou hij een gelijkwaardige partner vinden. Maar, hij vindt er geen. Hij bedenkt voor elk dier een naam maar geen naam komt in de buurt als een partner voor hem. En dat ziet Adam ook. Adam vindt geen helper.
God realiseert het ook dat de Schepping niet compleet is en dat er iets toegevoegd moet worden. God laat een diepe slaap op Adam vallen en dan doet God iets opvallends. Hij maakt niet zoals bij Adam, iets uit de grond, maar iets uit Adam zelf. God maakt een medemens voor Adam uit ‘Ha-Adam’ en niet uit ‘Ha-Adama’. In de indirecte lijn is dit geschapen wezen ook uit de grondbodem maar in de directe lijn komt het voort uit ‘de mens’.
Uit de rib van de mens wordt een vrouw geschapen. In het Hebreeuws valt het veel meer op. De naam voor vrouw is niet een vrouwelijke uitgang van het Hebreeuwse woord voor mens (Adam), maar een compleet nieuw woord ‘Issha’. Zelfs en dat is helemaal opvallend is het niet een vrouwelijke uitgang van het woord voor man, wat we later (vers 23) in de Bijbel aantreffen (Ish). Dit is echt een nieuw, uniek woord. De vrouw is een uniek schepsel en een opzichzelf staand schepsel ten opzichte van de man.
Als God de vrouw bij de man brengt kan Adam zijn geluk niet op. De mens is compleet want het bestaat uit twee. Blijkbaar heeft Adam de vrouw als een helper en partner nodig. Iemand waarmee hij kan overleggen, spreken en denken, iets wat hij niet met de dieren kon. Net zoals bij de dieren geeft hij ook de vrouw een naam. Hij noemt haar Issha. Zoals we gezien hebben is het een zelfstandig schepsel maar toch wordt het in onze Bijbel vertaald als Mannin, alsof het een vrouwelijke versie van de man is. Nee, de vrouw is niet lager van de man of slechts de vrouwelijke versie van de man. Een vrouw krijgt een geheel eigen positie en een eigen unieke naam.
In mijn vorige blog eindigde ik met dezelfde gedachte als Alisdair MacIntyre. In gemeenschap kunnen wij nog bepalen wat goed en fout is. We hebben elkaar nodig om te ontdekken hoe we moeten leven, geloven etc. Juist in het scheppingsverhaal van Genesis 2 komt dit naar voren. De mens is niet compleet met 1 mens. De mens is pas goed en compleet als zij bestaat uit twee. We hebben elkaar nodig in het leven, we kunnen niet zonder elkaar en hebben elkaar dus ook nodig om God te dienen, te bepalen wat goed en fout is. Niet onder elkaar maar naast elkaar als helpers en partners. In dit geval kunnen we dus spreken van een Pax Creatio. In de vrede van de schepping van de mens is het pas echt vredig en goed als de mens elkaar heeft en in elkaar elkaars gelijke vindt. Wij zijn dus geschapen voor elkaar en met elkaar. Samen vormt de mens een eenheid.
De kerk kan een voorbeeld zijn om te laten zien hoe gemeenschap eruit ziet. Elkaars gelijke vinden, geen hiërarchie maar elkaar zien als gelijke schepselen ieder op zijn of haar eigen plek en samen opp zoek gaan naar het goede van het leven met God en samen overleggen, praten, zingen en denken om dat allemaal te doen in het licht en toezicht van een God die de tijd overziet.
Opmerkingen